Column: Bah, lente.

Het is lente! Ingeluid door bokkende koeien, dartelende veulentjes en kleurrijke landschappen. Waar lente is, is nieuw leven. De buitenlucht ruikt naar een bos verse bloemen en de zon herwint haar kracht. Het land begint langzaam te ontwaken uit een winterslaap die oneindig leek. Dag donkere dagen, dag bevroren vingers, dag winterblues. Hallo vitamine D! Oh Lente, steevast het lievelingetje van de klas. Ik mag haar niet zo.

 

Toegegeven, de pasgeboren lammetjes en sprookjesachtige bomen vol met bloesem doen wat met me, maar daar houdt het ook echt op. Lammetjes worden groot en daarmee veel minder schattig en de bloesem verliest het ieder jaar weer van de wind en regen. Met ieder bloemblaadje dat verslagen de modderige aarde raakt koelt mijn liefde voor de lente verder af.

 

Nog even en de voorjaarskleding wordt onder de stapels dikke truien vandaan gehaald. Felle kleuren, minder stof, het is niet aan mij besteed. Met mijn kleurloze kledingkast zou je denken dat ik het leven niet meer zo zie zitten, maar niets is minder waar. Een zwarte coltrui maakt mij simpelweg gelukkiger dan een neon roze haltertop. Of T-shirts in een pastelkleur, de horror! Ik blijf krampachtig vasthouden aan de lange broeken en zwarte panty’s. De blote benen laat ik liever over aan de Gisele Bündchen lookalikes in onze samenleving. Mij hoor je absoluut niet klagen over mijn bleke huid, wit is wat mij betreft het nieuwe bruin, maar die melkflessen laat ik beter bedekt.

 

Ik ben meer een liefhebber van het najaar. De typische herfstkleuren vormen het ideale decor voor het spel dat mijn leven heet. Met een lange wollen jas en donkergekleurde lippen paradeer ik vol zelfvertrouwen door de met bladeren bedekte straten. Ik voel me ook niet meer schuldig als ik een hele dag binnen blijf, vergezeld door Harry Potter en mijn fleece deken. In de lente is dat opeens not done. Bij ieder straaltje zonlicht, hoe klein ook, wordt het plots onmogelijk om zonder oordelende blikken binnen te blijven. Mijn vader eist een lange wandeling en mijn vriendinnen slepen me mee naar een overvol terras waar ik failliet van terugkeer, omdat ik per se gehydrateerd wilde blijven. Naast deze geforceerde gezelligheid is er ook nog mijn eigen geweten, dat verlangt dat ik minimaal tien minuten per dag in de zon doorbreng. Uiteraard met een hoed en factor 50. Zelfs in de lente is dat nodig.

 

Nee, geef mij maar die winterse gezelligheid. Met een kop thee en een slapende kat op schoot kijk ik vanachter het raam naar de stromende regen. Buiten geniet ik van de koude lucht die ik inadem. Het is alleen geen winter meer. Het is lente en ik moet er het beste van maken. Ik zal met volle teugen genieten van de lammetjes zolang ze klein zijn en de bloesems zolang ze aan de takken blijven hangen. Voor je het weet is het zomer. Bah, zomer.

Nieuwste artikelen

  • Als ik je morgen weer zie – Robbie Couch

  • De rivalen – Vi Keeland

  • Beers balkon - Jeroen Berkhout

  • Italopop - Vanja van der Leeden

  • Toespijs - Judith Cyrus

Gerelateerde artikelen

  • Column: Als je van beren leren kan

  • Column: Wereldvreemd

  • Column: Mag ik je ID zien?

  • Column: De verzamelaar

  • Column: De pop

Zoek in artikelen