Interview: Gezellig kletsen met Buddy Tegenbosch

De Brabantse schrijver Buddy Tegenbosch is bekend van zijn boeken Pokerface en Oog om Oog. Hij is goed op weg als Young Adult schrijver. Onder het genot van een latte macchiato vertelde Buddy over zijn werk als schrijver en zijn nieuwste boek Oog om Oog.
 
 
Je bent een redelijk nieuwe schrijver. Wat heeft je laten besluiten om te gaan schrijven?
 
‘’Een boek schrijven stond eigenlijk altijd al op mijn ‘to do list’. Ik vind het leuk om te lezen en vroeg mezelf af hoe het zou zijn om een boek te schrijven. Op een dag hakte ik de knoop door en ging ik een cursus kinderboeken schrijven volgen. Binnen een half jaar schreef ik mijn eerste boek Pokerface. Later volgde Oog om Oog.’’
 
Waarom heb je gekozen om Young Adults te gaan schrijven? En blijf je hierbij?
 
‘’Ik vind het een leuk genre en een interessante doelgroep. Jongeren denken dat ze alles al weten en hebben uitgevonden, maar dat is natuurlijk niet zo. Dat maakt ook weer dat ik met mijn verhaal alle kanten op kan. Daarnaast begon ik met de kinderboekencursus, dus ik werd al een beetje op weg geholpen in dit genre. Misschien dat ik in de toekomst wel eens een keer iets anders probeer, maar ingewikkelde literaire verhalen schrijven is niks voor mij.’’
 
Op dit moment ben je piloot, is dat te combineren met schrijven?
 
‘’Af en toe is dat best lastig. Ik schrijf veel onderweg, dan ga ik naar een koffietentje met mijn laptop en begin ik daar met schrijven. Als je wil weten welke koffietentjes een stopcontact hebben over de hele wereld, dan moet je bij mij zijn.’’
 
Zou je fulltime schrijver willen worden?
 
‘’Niet perse fulltime, maar een combinatie zou fijn zijn. Vijftig procent van de tijd piloot en de andere vijftig procent schrijver. Vanaf volgend jaar ga ik voor vijfenzeventig procent als piloot aan het werk, dus dat begint al ergens op te lijken.’’
 
Op je website staat dat je ook nog eens workshops geeft aan jongeren. Hoe combineer je dit allemaal?
 
‘’Het schrijven doe ik op locatie en de workshops in mijn weekenden. Ik heb geen standaard baan, dus mijn weekend is meestal van maandag tot dinsdag. Op die dagen geef ik vaak schrijf workshops en lezingen op middelbare scholen. Ik vind het leuk om te doen en zulke dingen leveren meer geld op dan boeken schrijven.’’
 
Haal je uit de workshops ook inspiratie voor je boeken?
 
‘’Ja, daar haal ik zeker inspiratie uit. Maar ik krijg ook veel inspiratie als ik in het buitenland zit. Omringd zijn in een andere cultuur en met verschillende mensen geeft een goede inspiratie boost.’’
 
 
Wat is het beste advies dat je hebt gekregen en wat je zelf kan geven aan beginnende schrijvers?
 
‘’Het beste advies dat ik heb gekregen is dat je moet doorzetten en jezelf moet dwingen om niet te stoppen. Ik dwing mezelf meestal om een bepaald aantal woorden te schrijven of minimaal drie uur te werken zonder iets anders te doen. Een andere goede tip die ik op de cursus heb geleerd en zelf ook graag meegeef: stop niet met schrijven als je een hoofdstuk af hebt, maar maak ook een begin aan het volgende hoofdstuk. Dit geeft je meer motivatie om de volgende keer verder te gaan met schrijven.’’
 
Wat inspireerde jou om Oog om Oog te schrijven, ben je zelf gepest?
 
‘’Ik ben zelf nooit gepest, maar een onderzoek heeft mij geïnspireerd om dit boek te schrijven. In dit onderzoek stond dat 80% van de mensen pest met een reden. Tegenwoordig staat het internet sowieso vol met artikelen en filmpjes over pesten. Het leek me interessant om hier een boek over te schrijven en zo ontstond Oog om Oog.’’
 
Hoe keek je vroeger zelf tegen pesters aan?
 
 
‘’Ik heb nooit mensen gepest, maar ik deed er ook niks tegen. Als er problemen waren liep ik er liever met een grote boog omheen. Daar ben ik nu niet trots op, maar vroeger stond ik liever van een afstandje alles te bekijken.’’
 
Je hebt leuke karakters in je boek. Vooral Scrabble vond ik leuk, zijn ze gebaseerd op mensen die je kent?
 
‘’ Schrijver Harry Mulisch zei eens: ‘het is niet verzonnen, het is alleen nog niet gebeurd’. Mijn karakters zijn dus niet geïnspireerd op mensen die ik niet ken, maar ze bestaan wel in mijn hoofd. Voordat ik begon met schrijven heb ik de karakters helemaal uitgewerkt. Daarnaast heb ik goed over mijn karakters nagedacht. Bijvoorbeeld de mensen waar JJ mee omgaat moesten zelfverzekerd overkomen, zodat JJ extra onzeker overkwam.’’
 
Pestkoppen heb je overal, maar het personage Ivar was best extreem. Heb jij ook wel eens met zo’n persoon te maken gehad?
 
‘’Nee, maar ik heb gekozen om Ivar zo extreem te maken om het verhaal geloofwaardig over te laten komen. Er moest iets heftigs zijn gebeurd, want JJ moet jaren later nog steeds geraakt zijn. Als Ivar niet zo sadistisch was geweest, had JJ jaren later geen aandacht meer aan hem besteed.’’
 
Het einde van het boek heeft een open eind. Kunnen we een deel twee verwachten? En waarom koos je voor een open eind?
 
‘’Voor mij was het verhaal geen open eind. Het begin van het boek begint met het einde. Op het einde van het verhaal is JJ klaar met zijn boek voor Vero en bezoekt JJ Ivar in de gevangenis/instelling waar hij zit. Waarom hij hem bezoekt wordt inderdaad geen antwoord op gegeven. Hij wilde hem gewoon nog een keer zien. Dus nee, er komt geen deel twee.’’
 
Door: Ismay Gijsen

Nieuwste artikelen

  • Als ik je morgen weer zie – Robbie Couch

  • De rivalen – Vi Keeland

  • De gebroeders Maxilari - David Pefko

  • Beers balkon - Jeroen Berkhout

  • Italopop - Vanja van der Leeden

Gerelateerde artikelen

  • Recensie: Match

  • 10 interviews van Chicklit.nl die je wilt lezen

  • In gesprek met Myrthe van der Meer

  • Moeder-dochter interview met Betty en Mahtob Mahmoody

  • In gesprek met Mel Wallis de Vries

Zoek in artikelen