Recensie: Koken met taal RECENSIE

Recensie: Koken met taal – Wim Daniëls

Kookprogramma's, kookzenders, kookboeken, Nederland is sinds enkele jaren helemaal van de kook. En nu presenteert Wim Daniëls de allernieuwste kooktrend: koken met taal. Het grote voordeel daarvan is dat je alle ingrediënten altijd bij de hand hebt: letters, woorden en zinnen. Koken met taal staat vol amusante woordvondsten en woordspelletjes die gebracht worden alsof het om recepten gaat. In dit bijzonder amusante cadeauboek schotelt taalkundige Wim Daniëls de verrukkelijkste gerechten voor en laat hij zien hoe mooi onze taal is. Niet alleen voor fijnproevers, en nooit zwaar op de maag.

Koken met taal van Wim Daniëls is een amusant en tegelijk leerzaam boek, waarin de verscheidenheid in onze taal op een leuke manier uiteengezet wordt. Het is een boek vol, af en toe erg flauwe, taalgrapjes. Het boek is opgedeeld in 14 hoofdstukken, die ieder weer opgedeeld zijn in korte paragrafen, met ieder zijn eigen taalonderwerp.

De eerste hoofdstukken zijn voornamelijk een opsomming ‘pletters’; woorden die ontstaan door één letter voor een bestaand woord te zetten en aan het zo ontstane nieuwe woord een definitie toe te kennen, bijvoorbeeld ‘bactief’: iemand die graag kookt en bakt.

Daarna volgt een opsomming van ‘eologismen’; woorden die je maakt door van een bestaand woord de eerste letter weg te laten, bijvoorbeeld ‘etterkunde’: wetenschap van het vakkundig openkrabben van wondjes.

Vervolgens volgt nog een opsomming van ‘afkappertjes’ (woorden waarbij je de laatste letter weglaat en zo een nieuw woord met betekenis krijgt) en ‘bloemskolen’ (woorden waarbij je een letter in het midden toevoegt en zo een nieuw woord met betekenis krijgt).

Erg amusante hoofdstukken, maar door de opsomming niet geschikt om in één keer door te lezen, maar gewoon om er af en toe eens bij te pakken.

De volgende hoofdstukken gaan over de geschiedenis van bepaalde woorden, waar komen ze vandaan, hoe zijn ze ontstaan? Dat is pas smullen voor de echte taalliefhebber. Af en toe een glimlach, tot echt hardop lachen om bepaalde stukjes. Bijvoorbeeld bij het gebruik van de spatie, als deze op de verkeerde plek staat kun je zo iets heel anders krijgen. Oudekaaskroketten zijn een stuk lekkerder dan oude kaaskroketten en koken voor zes jarigen is anders dan koken voor een groepje zesjarigen.

De manier waarop taal en het gebruik ervan wordt vergeleken met koken, is goed gedaan.

Het hele boek geeft een gevoel alsof je vader slechte grapjes vertelt tijdens het avondeten. De meeste zijn redelijk grappig, sommige zijn echt amusant, en sommige zijn tandenknarsend slecht.

Een leuk boek voor de taalliefhebber om tussendoor een hoofdstukje uit te lezen, en om af en toe nog eens erbij te pakken. Drie hartjes, vanwege de goed gevonden vergelijkingen met koken, en tegelijkertijd voor de te slechte grapjes tussendoor.

Recensie: Koken met taal – Wim Daniëls