Column: Wat verder niet ter tafel komt

Terwijl ik deze column schrijf zit ik in vergadering. Een vergadering die ik moet notuleren. Dat gaat ook gebeuren hoor, geen zorgen. Ik heb veel ervaring. In mijn vijftienjarige 'carrière' als secretaresse heb ik al zo veel vergaderingen genotuleerd dat als ik al die verslagen zou printen en er wc papier van liet maken, heel Nederland tot ver in 2018 met een gerust hart zijn achterste kon deppen. Het enige, maar dan ook echt het enige voordeel van al die ervaring is dat je na een poosje een patroon ontdekt. Dat is handig. Want als je doorhebt hoe vergaderingen werken heb je tijd over voor andere zaken. 
 
Fris gelul 
Vergaderingen beginnen altijd jolig. Iedereen fris! Grapjes. Handen wrijven. De voorzitter schraapt zijn keel (hoeft niet in de notulen). Na het opwarmertje (de mededelingen, een paar lullige opmerkingen die je makkelijk kunt bijhouden op je laptopje) volgt het eerste echte agendapunt, vaak iets met geld. Iedereen gaat ervoor zitten. Geknisper van vergaderkoekjesverpakkingen. Gelul over standaardcijfers en het woord 'ton' of 'kaa' valt vaak (dat is iets met geld). Je vat het gelul samen, meestal iets in de trant van 'De cijfers vallen tegen/zijn verslechterd/hoopgevend' (doorhalen wat niet van toepassing is). Eigenlijk gaat het nooit goed, dat is een gegeven. Dan een actiepuntje want iemand moet hier natuurlijk iets aan doen. 
 
 
Gesnater 
Gaapjes her en der. Persoon tegenover je checkt stiekem zijn mobiel en kucht om dat te maskeren. Iemand begint non-agendagerelateerd te snateren. Het woord vlekkenplan, cijferporno of iets anders bijdehands valt: Losse flodder die binnen een paar minuten een zachte dood sterft (niet notuleren). Iemand speelt met een snotje/oorsmeer. 
Eerste obstakel: agendapunt waar aanwezigen iets van moeten vínden. Fronsrimpels, veel fronsrimpels. Iemand zegt iets, iemand is het er niet mee eens. Eerst nog gestructureerd, dan explosie van stemmen van diverse kanten. Draad kwijt, wordt ook niet meer teruggevonden. Je noteert dat er een discussie is. Je quote een zin die een paar keer terugkomt en bombardeert die tot 'conclusie'. 
 
Paperclips sneuvelen
Punt lijkt afgetikt maar begint plotseling aan een doorstart. Iemand haalt stiekem de oplader van een collega uit het stopcontact om zijn eigen telefoon eraan te hangen. Nieuwe visies, onafgemaakte zinnen. Een paperclip sneuvelt. Iemand hoest, stikt bijna. Mensen doen meelevend maar niemand klopt hem op de rug. 
Plotseling paniek: Kijk eens naar de klok! Vanwege tijdgebrek worden de laatste twee punten afgeraffeld. Aandacht en razendsnel typen zijn vereist, doch kort en beheersbaar. 
Rondvraag. Iemand herinnert zich iets. Belangrijk! Moet nog even snel. Iedereen wil weg. Maar het moet! Snel gepraat, door elkaar. Een tweede paperclip sneuvelt. Notuliste protesteert, wanhoopt en doorleeft razendsnel de overige Kübler-Ross fasen van rouw, eindigend in berusting.
 
 
Literaire droefheid
Voilà, mijn ervaring, doe er je voordeel mee. En oordeel alsjeblieft niet te snel over me want ik heb het echt geprobeerd. Om me er druk over te maken, om iets van die notulen te maken. Er waren tijden dat ik mijn hele ziel, zaligheid en al mijn literaire kwaliteiten erin legde. Hoe A zijn grijze krullenbos schudde voordat hij vol élan aan B vroeg of ze straks een bilaatje konden plannen. Hoe B subtiel haar wenkbrauwen als harige rupsen optrok voordat ze antwoordde dat ze haar secretaresse zou vragen dat te regelen; Een prachtige monoloog van de voorzitter met als onderliggend thema 'verdriet', of eigenlijk meer teleurstelling, over de jaarcijfers, maar dat  paste niet zo goed in mijn plot; Her en der wat symboliek, zoals de troosteloosheid van de koffiepot (een metafoor voor de vergaderstemming) of de disfunctionaliteit van de beamer (als parallel voor de geknakte geestdrift van de aanwezigen): Ik gaf alles. Maar klaarblijkelijk is het droef gesteld met de literaire appreciatie van de gemiddelde Nederlandse manager.
 
Overleven 
Dus tegenwoordig berust ik. Ik doe wat ik moet doen en ik heb mijn overlevingsstrategie: columns schrijven, Facebooken, chatten (Tip: zorg voor een wifi verbinding!). Of ik speel mindgames: Dan geef ik bijvoorbeeld alle aanwezigen een make-over. Ik bedenk wie welke psychische aandoening zou kunnen hebben. Ik maak Sesamstraatfiguren van ze. Ik voorspel wie een moord zou durven plegen en zo ja, waarmee: gif, een bijl? Af en toe zorg ik natuurlijk dat ik even geïnteresseerd opkijk of anderszins mijn betrokkenheid laat blijken (Tip: Kies een humormaatje en lach als hij lacht). Wat zou de collega tegenover me het eerste meenemen bij een bommelding: zijn vrouw of zijn postzegelverzameling? Wie zou ik meenemen naar Lingo? Wie bezoekt er parenclubs? Wie zou ik als eerste redden bij een brand? En laten we het eens omdraaien: wie zou mij ooit redden?!

Nieuwste artikelen

  • De omzwervingen van Boek - Melanie van de Peut

  • Familiehuis aan zee - Simone Foekens

  • Net goed – Tjibbe Veldkamp

  • Zusje van mij - Mikaela Bley

  • Toen de maskers kwamen - Jennifer Dugan

Gerelateerde artikelen

  • Snelwegstress (of: snel weg, stress)

  • Zoektocht naar columniste: de shortlist

  • Column: Zag je die piemel?

  • Jess vertelt met wie Rory had moeten eindigen in 'Gilmore Girls'

  • 9x de leukste chicklits van Nederlandse bodem

Zoek in artikelen