Column: Wat ga jij doen met de vakantie?

‘We gaan om zeven uur rijden. Dan zijn we voor de files de grens over. Op de helft van de route heb ik weer dat ene hotelletje geboekt. De volgende dag komen we dan om 3 uur ’s middags bij de camping aan. Daar staat onze ingerichte tent al klaar. We eten die avond om 7 uur bij de pizzeria in het dorp. Ik heb nooit zin om in die hitte meteen al boodschappen te gaan doen, hoor.’ De vrouw tegenover me knikt gedecideerd. Ik knik mee.
‘De volgende ochtend is het eerste onderdeel van de weekactiviteiten. Raften op maandag, abseilen op dinsdag, paintballen op woensdag, ATB-en op woensdag. Allemaal sportactiviteiten. Voor de jongens dan, he!’
Nu lacht ze hardop. Ik lach mee. ‘Ik ga beeldhouwen. De hele week. Zalig gewoon.’ Ik vind dat niet, maar besluit, na een nanoseconde intern overleg, om dat voor me te houden. ’En de tweede week gaan we naar een andere camping. Daar staan vrienden uit het dorp ook. En dan rijden we terug over de zomerbraderiëenroute. Net als vorig jaar.’

Check
Ik schuifel heen en weer op mijn stoel. Binnen nu en een minuut gaat het gebeuren. Dan gaat ze het vragen. ‘En wat ga jij doen met de vakantie?’ Geen doelen hebben kan mij niet worden verweten. Wonen in het buitenland, zo’n koffieapparaat kopen dat voor elk kopje vers bonen maalt, een schommel in de tuin, marathons lopen, boeken schrijven, een spijkerrokje kopen. Check, check, check. Ik plan alles. Maar vakantie hoort daar niet bij.

Plannen
Hoe kan ik nou weten waar ik zin in heb in juli? Raften op dinsdag? Misschien wil ik dan juist wel mijn boek uitlezen. Of gaan zeilen. Of in klederdracht gaan boetseren. Of gaan larpen. Nee, ik weet ook niet wat dat is. Maar in ieder geval wil ik niet wéten wat ik ga doen. Niet nu al. Dan is de halve lol er toch al af, als je weet dat je op 16 juli om half twee in bocht zeven uit je kayak mietert, want dat doen alle toeristen in die ene rivier, omdat de stroming daar net even een verraderlijk sprintje trekt?

Sleur
‘Zo heerlijk ontspannen. Ik kom dan als herboren terug,’ zegt ze en roert in haar latte machiatto. Dan verstrakt haar gezicht. Haar wenkbrauwen trekken naar elkaar toe en ze leunt over de tafel heen. ‘Nou maar zorgen dat ik dat vakantiegevoel vasthoud, hè,’ zegt ze op gedempte toon. ‘Want voor je het weet, zit je weer in de sleur van alledag.’ Ik wil haar vragen of elke vakantie tot op het uur plannen en steeds dezelfde braderieroute (nee, ik weet ook niet wat dat is) afrijden, voor haar dan geen sleur is. Maar ik zeg het niet. En dan komt de vraag. ‘Wat ga jij doen met de vakantie?’ vraagt ze. ‘Dat ga ik dit weekend uitzoeken,’ zeg ik. Ze knikt tevreden. Dat ik eigenlijk een spijkerrokje wil gaan kopen, vertel ik maar niet. Want hee, misschien krijg ik wel zin om te gaan larpen.

Nieuwste artikelen

  • Als ik je morgen weer zie – Robbie Couch

  • De rivalen – Vi Keeland

  • Beers balkon - Jeroen Berkhout

  • Italopop - Vanja van der Leeden

  • Toespijs - Judith Cyrus

Gerelateerde artikelen

  • Column: Zag je die piemel?

  • Truth or dare

  • Column: Deze losers lezen

  • Column: Een witte fotoshoot zonder mijn eyeliner

  • Column: Práát met me

Zoek in artikelen