Column: Kantoorsurvivallen

'Zeg, Iris. Hoe overleef jij nou eigenlijk zo'n kantoor?' vroeg een voormalig ZZP-er. Ze had na jaren thuiswerken haar pyjama aan de wilgen gehangen en gesolliciteerd bij een verzekeringsmaatschappij. Er was haar verteld dat daar grote kantoortuinen waren met enkel wat lage kastjes, ter afscheiding van je eigen bureaueilandgroepje tegen de rest van de tienduizend eilandbewoners. 'Heb jij nog iets van tips of zo?' 

Mensen
Nou, prik me de banden niet lek. Kantoorsurvivallen, daar ben ik een kei in. Al geruime tijd weet ik me te handhaven, vier dagen per week, met oploskoffie als enige voedselbron, in een slecht geventileerde omgeving die niet alleen bevolkt wordt door computers en stervende kantoorplanten, maar ook door mensen. Veel mensen. Ik wilde deze verse ex-ZZP'er niet afschrikken maar als eigenhuiswerker-met-spinnende-kat-op-schoot was ze natuurlijk niet best toegerust voor het harde leven in een kantoorjungle en dan met name de mensen daar. Oké, antwoordde ze twijfelend,  maar wat waren dan de gevaarlijkste types en hoe kon ze die van zich afhouden? 

De claimer
Ik begon met haar te waarschuwen voor de claimer. De claimer kan niks. Zijn schoenen niet strikken, zijn kont niet afvegen en al helemaal geen tabelletje in Excel invullen. Overal heeft hij hulp bij nodig. Ik heb er zo eentje in mijn nabijheid: vraagt niet direct om hulp maar lamenteert dusdanig lang, hard en indringend tegen zijn beeldscherm dat ik van ellende achter mijn bureau uitkom, naar hem toeloopt, me bedwing hem geen draai om zijn oren te geven, de muis van hem overneem en doe wat hij wil. 'Oooooo!' zegt hij vervolgens blij. 'Ik wist niet dat je op Enter moest drukken om naar de volgende regel te gaan, wat goed van je!' 

'De claimer is als een vleesetende bacterie!' riep ik tegen ZZP-tje. Het is waar, ik gaf hem ooit mijn vinger en die heb ik nooit meer teruggezien en daarna keek hij hongerig naar de rest van mijn arm. Hij doet wel alsof hij oplet als ik hem vertel waar die Enter-knop zit, maar ondertussen gluurt hij in mijn décolleté en bedenkt hij welke hap hij hierna uit mijn arm gaat nemen. Nou, mijn ledematen krijgt hij niet meer. 'Gewoon in een hoekje laten verhongeren!', zo adviseerde ik. 

De klaagster 
En dan de klaagster. Persoonlijk klim ik nog liever via het raam mijn kantoor binnen dan dat ik haar kantoor passeer. Zodra ze me ziet belaagt ze me met haar harde stem. Het niet aflatend gezeur en commentaar op alles en iedereen vliegt me om de oren als kogels uit een mitrailleur. 'Pas op!' Ik zwaaide met mijn vinger. 'Toen ik een keer per ongeluk haar gejeremieer beaamde met een "hm-hm", ging ze diezelfde middag nog naar de baas met mij als munitie: "Ik had het hier vandaag nog met Iris over en zij vindt dat dus óók".' 
Na één keer had ik al een grens moeten trekken: 'Luister, vieze vuile gore trollekop: wat jij met de baas bespreekt moet je zelf weten, maar laat mij erbuiten. Of anders!' Maar als je een klein nietig schijtluisje bent zoals ik en je durft dit allemaal niet, dan wend je je tot de kracht van 'tja'. Ik zeg tegenwoordig geen ja meer, en ook geen nee. Het enige wat ik nog antwoord, op alles, is 'tja'. Tja is een heel valide antwoord, het staat gewoon in het woordenboek en in feite zegt het niets. 

Mensen Die Overal Iets Van Moeten Vinden
Mijn toehoorster keek alsof ze het al wilde opgeven maar ik was net lekker op dreef. Er waren nog zoveel types om voor uit te kijken. Zo word ik persoonlijk nogal suïcidaal van mensen die overal iets van moeten vinden. Zelf vind ik juist heel weinig van heel weinig, ik zou een perfecte zwakzinnige zijn. Vooral dingen die mij niet interesseren, daar heb ik gewoon geen mening over. Het aanhoren van andermans meningen vind ik dus al helemaal zonde van de kostbare ruimte op mijn interne harde schijf. 
'Maak nooit de fout om bij deze mensen de tja-techniek in te zetten want die werkt averechts,' waarschuwde ik wijs, door schade en schande. 'Ze willen namelijk alleen je oren lenen om hun verhalen in te stoppen. "Tja" is juist een aanmoediging om door te lullen! Deze mensen hebben een actieve benadering nodig. Je moet ze afkappen en wel op de juiste manier op het juiste moment. Midden in een zin, bij sommigen nog vóórdat ze hun mond opendoen en in extreme gevallen kan het zelfs betekenen dat je stroom moet zetten op de drempel van je kantoor. 

Nachtmerrie
'O, maar dat lijkt me vreselijk!' Het viel me op dat mijn toehoorster ineens wel erg bleek was. 'Is er bij jullie geen vacature? Dan kan ik de techniek bij jou afkijken en jij lijkt me echt superleuk om mee te werken!'
'Ja maar, ho.' Ik maakte een stopgebaar. 'Ik ben nog niet klaar. Bij ons, moet je weten, werkt namelijk het allervreselijkste type: de Nachtmerrie. Moeilijk te herkennen omdat ze van alle types wel wat heeft. Klaagt over iedereen maar niet hardop, alleen in haar columns. Moet óveral wat van vinden maar ook dat doet ze buiten werktijd. Op kantoor zegt ze alleen "tja'', de godganse dag. Wees uiterst voorzichtig met dit type en maak nooit de fout uit jezelf haar kantoor te betreden want ik heb gehoord dat ze er zelfs niet voor terugdeinst haar drempel onder stroom te zetten. 

Nieuwste artikelen

  • Alles wat beweegt - Susan Smit

  • De terugkeer - Tina van Dijk

  • Het Wilde Eiland 2: Vuurlicht - Karen Swan

  • Ze kwamen ons halen - Martine Letterie

  • 12 Nederlandse YA auteurs om te volgen

Gerelateerde artikelen

  • Snelwegstress (of: snel weg, stress)

  • Zoektocht naar columniste: de shortlist

  • Column: Zag je die piemel?

  • 9x de leukste chicklits van Nederlandse bodem

  • Recensie: Soapsop

Zoek in artikelen