Column: Als liften konden praten

Ik ben al behoorlijk laat als ik ons kantoorgebouw binnenstorm. De deur van de lift is nog open dus ik besluit een sprintje te trekken. Zo hard als ik kan ren ik op mijn hakken richting de deur, maar die begint al in beweging te komen en geen van de twee mannen die reeds in de lift staan doet ook maar iets om dat te verhinderen.

Hoppa

Het is wel duidelijk: ik ben op mezelf aangewezen. Snel werp ik mijn been tussen de steeds kleiner wordende opening, en omdat ik niet precies weet waar de sensor zich bevindt, gooi ik hem zo hoog mogelijk – even vergetend dat ik een rokje draag. Bijna raak ik een van de mannen in zijn gezicht. 'Sorry!' roep ik geschrokken. Ik krijg een knikje dat moet doorgaan voor vergeving. Maar het werkt, de deur begint zich weer te openen en ik wurm me naar binnen. De mannen reageren met een ongemakkelijke staar als ik ze een helegoedemorgen wens. Per ongeluk. Want ik weet niet hoe het bij andere bedrijven zit met de liftetiquette, maar bij ons is groeten not done.

Talk dirty to me

'Please stand away from the door,' maant de lift als ik te dicht bij haar deur blijf staan. Want ze praat, die lift van ons. Zij wel. Een heel repertoire aan standaardzinnen, met 'going down' als mijn absolute favoriet – omdat ik dan op weg ben naar de kantine voor een chocoladekoek natuurlijk.  

'Going up,' vervolgt ze nu met haar omfloerste Engelse stem.

Ik maak me zo klein mogelijk tegen de verste muur, terwijl Lizzie – zoals ik haar ben gaan noemen – zich in beweging zet. Tergend langzaam, in een stilte die stiller is dan een gemiddeld mortuarium bij nacht, zwoegt ze zich naar de achtste verdieping. Zo gaat het wel vaker bij ons. Niemand zegt iets, iedereen doet zijn uiterste best om oogcontact te vermijden, en elke poging tot conversatie wordt direct in de kiem gesmoord.

'Lekker weertje hè?'

'Geen idee, deze lift heeft geen ramen.'

Wat nou?!

Eigenlijk kun je liften nog het beste vergelijken met een mammografie: ongemakkelijk, veel te persoonlijk en zo'n rit lijkt altijd veel langer te duren dan de werkelijkheid. Als twee geplette tietjes sta je tussen je medepassagiers, inclusief dezelfde waanbeelden die horen bij een tietentosti. Ik weet niet hoe dat bij jullie gaat tenminste, maar ik word altijd overvallen door gedachten als: 'Stel dat het gebouw nu instort, en de verpleegster rent weg, en ik sta hier nog met mijn boobies vastgeklemd tussen dat apparaat. WAT DAN?!' Zoiets heb ik ook in liften: 'Wat nu als de lift vasthangt, en niemand komt ons redden, en ik moet hier drie dagen met DIT gezelschap overleven? Wie zou er een lunchtrommeltje bij zich hebben? Of aan wiens arm zou ik als eerste beginnen te knagen? Welke van deze mannen hier zou ik nog nét… Enfin, jullie snappen me.

Bron: Shutterstock

Viswijf

Rond lunchtijd is de sfeer heel anders. De liften staan stampvol maar toch is iedereen uitgelaten (Joepie, voedertijd!). Er is altijd wel een lolbroek (Oké, soms ik) die een opmerking maakt over het gekraak van de lift, gevolgd door een 'O, sorry. Er is toch niemand claustrofobisch hè?' Altijd leuk om te zien wie er wit wegtrekt en amechtig begint te hijgen.

Waar ik meer moeite mee heb, is wanneer de collega met wie ik al pratend op de lift stond te wachten, besluit het gesprek gewoon voort te zetten als we er eenmaal in staan. Dat ze me tussen twee ellebogen, een aktetas en een warrige haardos aankijkt: 'Dus wat antwoordde je schoonmoeder toen je haar een viswijf noemde?'

Ja schatje, nee schatje

Andersom trek ik zoiets net wat beter. Ik kan intens genieten van de flarden die ik soms opvang. Zoals laatst, toen twee studenten in een serieus gesprek verwikkeld waren over schimmeltjes op rare plaatsen. Of die keer dat er een eenzame beller instapte, in gesprek met zijn krijsende wederhelft die duidelijk niet in de gaten had waar hij zich bevond. Ik kon alleen maar respect hebben voor de dappere pogingen die hij ondernam om het gesprek te de-escaleren. 'Ja, schatje. Nee, schatje. Natuurlijk trek ik Chipito zijn hondenjasje aan als het regent.'

Verlossing

Maar niets van dat alles in mijn huidige liftritje. De mannen volharden in hun zwijgen, en ik voel me allesbehalve geroepen om kraakliftgrapjes te maken. Na een tijdsbestek dat langer duurt dan een Shakespeariaanse sterfscène, is daar eindelijk Lizzie.

'8th floor,' kondigt ze aan.

Zó intens blij met deze verlossing, vergeet ik compleet onze liftiquette: 'Fijne dag nog!' roep ik, terwijl ik nog bijna met mijn hak blijf steken in de richel bij de deur.

Lizzie doet er nog een schepje bovenop: 'Sorry to keep you waiting,' zegt ze tegen de heren.

Ook zij krijgt geen reactie.

Nieuwste artikelen

  • Als ik je morgen weer zie – Robbie Couch

  • De rivalen – Vi Keeland

  • De gebroeders Maxilari - David Pefko

  • Beers balkon - Jeroen Berkhout

  • Italopop - Vanja van der Leeden

Gerelateerde artikelen

  • Snelwegstress (of: snel weg, stress)

  • Zoektocht naar columniste: de shortlist

  • Column: Zag je die piemel?

  • 9x de leukste chicklits van Nederlandse bodem

  • Recensie: Soapsop

Zoek in artikelen