Poepen op kantoor

Als ik de toiletruimte binnen kom staat collega Ellemiek haar handen te wassen. Ik groet haar en wil het laatste van de twee hokjes in duiken. Ze aarzelt even, alsof ze iets wil zeggen, maar ik loop door. Geen zin in praatjes als ik moet plassen. En die schaapachtige blik heeft ze trouwens altijd. Als ik de deur achter me sluit word ik acuut misselijk. Hier heeft iemand op zijn gemak een nummer twee zitten doen en niet te zuinig ook.


Luchtje
Het kleine hokje heeft een bedompte, allesoverheersende poepgeur. Snel wil ik de deur weer opengooien om het andere toilet te nemen, maar als ik de klink in mijn handen heb, bedenk ik me: het zou wel heel lullig zijn voor Ellemiek. Ze aarzelde vast niet voor niets toen ik hier naar binnen ging. Ze wilde me waarschuwen, maar gêne hield haar tegen. Ze zou zich de rest van haar leven kapot schamen als ik nu hoestend en met rode ogen het toilet uit kwam rollen.
Uit medemenselijkheid besluit ik dus te blijven zitten tot ze weg is. Dat moet te doen zijn. Hoe lang kan een mens haar handen wassen? Eén minuutje, max. Ik zit met mijn broek aan op het toilet en probeer mijn adem in te houden. De lucht is echt niet te harden. Het kaatst van de muren, het wringt zich mijn longen binnen. Ik ben bang dat mijn kleren er straks naar ruiken, dat de geur in mijn haren trekt net zoals je dat vroeger in een kroeg had, met sigarettenrook. Ik verstop mijn neus in mijn shirt.

Gevangen
Is ze nu klaar of wat hoor ik? Er klinken voetstappen die zich verwijderen, maar meteen ook een ander paar dat dichterbij komt.
''Hé, Ellemiek.''
''Hi Joyce. Heb jij al pauze gehad?''
O nee. O nee. Zeg dat het niet waar is. De twee blijven babbelen terwijl ik hier gevangen zit in de baklucht van een ander. Toch maar naar buiten gaan dan? Ik pak de klink vast. Nee! Ik laat weer los. Net op tijd. Wat dom van me! Natuurlijk kan ik nu niet naar buiten gaan. Dadelijk gaat Joyce dit hokje in en denkt ze dat ík degene ben die hier zo heeft liggen walmen. Het idee zeg! Ik duw mijn neus nog dieper in mijn shirt en probeer door mijn mond te ademen. Wat, als ik erover nadenk, een nog veel smeriger idee is. Bij scheikunde heb ik ooit geleerd dat je dingen ruikt of proeft omdat de moleculen ervan daadwerkelijk in je neus of mond terechtkomen. Ik moet bijna overgeven bij dit idee. Gelukkig zit ik daarvoor op de juiste plek.


Free!
Het gesprek daarbuiten gaat gewoon door, over helemaal niets. ''Ga toch weg!'' wil ik roepen. ''Rot op! Laat me met rust!''
Eindelijk lijkt het alsof ik gehoord word. ''Oké, dan mail ik je die bestanden dadelijk. Werk ze nog!'' De voetstappen van (waarschijnlijk) Ellemiek sterven weg.
Ik hoor hoe de andere toiletdeur open gaat. Dat moet Joyce zijn die het hokje naast me in gaat. Ik weet niet hoe snel ik mijn deur moeten opengooien. Rood aangelopen en snakkend naar adem storm ik naar buiten. Verschrikt hou ik in als ik daar bijna in de armen loop van weer een andere collega. Sjezus, het is wel topdrukte hier. Is er net een grote meeting afgelopen? Aishe groet me kort en neemt dan de klink van me over.
Nee!!!

Hellup
''Hoi Aishe,'' stamel ik. ''Eh...'' En dan weet ik het ook niet meer. Ik moet eruitzien als een schaap, net als Ellemiek daarnet.
Aishe hoort me niet. De deur valt in het slot.
Ik wacht een paar seconden. Waarop? Ik weet het niet. Of ik Aishe nog hoor ademen? Of ik haar om hulp hoor roepen?
Ik loop naar de deur en geef er een bescheiden klopje op. ''Aishe. Je mag wel naar buiten komen hoor. Echt. Het is oké.''

Nieuwste artikelen

  • Als ik je morgen weer zie – Robbie Couch

  • De rivalen – Vi Keeland

  • De gebroeders Maxilari - David Pefko

  • Beers balkon - Jeroen Berkhout

  • Italopop - Vanja van der Leeden

Gerelateerde artikelen

  • Snelwegstress (of: snel weg, stress)

  • Zoektocht naar columniste: de shortlist

  • Column: Zag je die piemel?

  • 9x de leukste chicklits van Nederlandse bodem

  • Recensie: Soapsop

Zoek in artikelen