Ssst!

Zoals sommigen van jullie weten werk ik parttime op een universiteit. Studenten, wetenschappelijk gedoe, tentamens, weet je wel. Als je dan tijdens zo'n tentamenweek door de gebouwen loopt, zie je op diverse plekken briefjes hangen met "Ssst! Tentamenweek". Nou ja, eigenlijk zijn het knalgele banners ter grootte van een vrachtwagenzeil. Overal.

Deze week moest ik even naar de universiteitsbibliotheek, en ook daar: overal banners. Gedwee en plichtsgetrouw als ik ben loop ik natuurlijk zo zachtjes mogelijk. Van mij zal niemand last hebben, o nee. Ik weet hoe vervelend het is om uit je concentratie gehaald te worden als je bezig bent met iets heel geconcentreerd-achtigs. Vertel mij wat, ik ben auteur, for God's sake.


Klassiek geval
Maar ik kan er dus ook niets aan doen dat ik voeten heb, met schoenen eraan, en dat die nu eenmaal geluid maken.
Een juffrouw achter een balie kijkt me vermanend aan, de klassieke bibliothecaresseblik: getuite mond, hoofd naar beneden en boze ogen boven een touwtjesbril. Ik slik. Plichtsgetrouw als ik ben, raak ik doodsbang van zoiets.
'Sorry,' mime ik, maar mijn hakken blijven klikklakken.
'Mevrouw,' zegt ze dan. Haar stem komt zeker weten ver boven mijn geklikklak uit, maar het lijkt me noch het moment noch de plaats om dat hardop te zeggen. Als ze mijn aandacht heeft, wijst ze naar een van de kolossale banners en legt – ik verzin dit niet – haar wijsvinger tegen haar lippen in het overbekende ssst-gebaar.
Ik knik. Nog vijftig meter dan ben ik door de klapdeuren. Gaat lukken.

Hatsjoe
Maar dan. O nee. Een kriebel in mijn neus. Er is niets tegen te doen. Dit is absoluut tegen de regels, maar het gebeurt, heel hard: HAA-HAA-HAATSJOE! Ik probeer het binnensmonds te houden maar mijn hoofd implodeert bijna, ik kan niet anders dan de tweede nies naar buiten te laten ploffen, met snot en al. Evenals de derde. HATSJOE. HATSJOE. Zo geruisloos mogelijk slurp ik alles weer naar binnen. Ik durf de biebjuf niet aan te kijken, maar ik hoor haar geïrriteerd zuchten. En dat terwijl ik haar al een heel eind voorbij ben. Die zucht moet dus óók in alle omringende tentamenlokalen te horen zijn.
Ter compensatie trek ik mijn schoenen maar uit en loop ik op sokken verder. Mijn neus kan ik niet uitzetten, maar aan mijn hakken zal het niet liggen.


Herkansing
De volgende dag. Verdorie, ik moet wéér door de bieb, en nog steeds is het tentamenweek. Ik voel even aan mijn neus voordat ik de klapdeuren open: lijkt er niet op dat ik moet niezen. Schoenen: dezelfde als gisteren. Deze keer zal ik op mijn teentjes gaan want dat soklopen van gisteren was niet zo'n goed idee, na afloop kleefde er allemaal ondefinieerbaar spul onder mijn sokken. Kan best bier geweest zijn, het blijven studenten natuurlijk. Als een Pink Panther sluip ik door de hal. Alles goed, alles prima. Iedereen braaf aan het werk en niemand merkt mij op. Behalve Touwtjesbril dan. Ze zit er weer en ze herkent me. Ik knik begrijpend. Ja, ja, ik weet het: stil zijn. Ik maak nog net niet het ssst-gebaar.

Allergie
Maar dan. O jee. Zeg dat het niet waar is: kriebels in mijn neus. Alweer! Kan niet anders dan dat ik allergisch ben voor biebjuffrouwen. HAA-HAA-HAA-HAA-HAA-HAA (hij heeft deze keer een extreem lange aanloop) -TSJOE! Juf grijpt zich ontsteld vast aan haar balie, de bril zakt van haar neus. Het liefst zou ze al mijn verkoudheidsveroorzakende organen persoonlijk van mijn romp rukken.
'Mevrouw!' fluisterroept ze, opnieuw harder dan al mijn hakken, neus en Pink Panthermoves bij elkaar. 'Wilt u proberen STIL te zijn? Er vinden tentamens plaats!'
'Weet ik,' fluister ik hees. 'Ik kan er echt niets aan doen.' Mijn 'niets' klinkt meer als een 'diets', zo verkouden ben ik. Helemaal ineens.
'Ssst!', sist ze. En dan: 'Als er studenten zijn die een onvoldoende halen dan is dat UW schuld'.

Vliegend eruit
Nou ja zeg! Wat een laffe beschuldiging. 'En als er biebjuffen zijn,' repliceer ik, 'die… HAA-HAA-HATSJOE! plotseling en onverklaarbaar vier lek geprikte autobanden hebben tijdens een tentamenweek dan… HAA-HAA-HAATSJOE! …kan ik daar ook helemaal niets aan doen!'
Uit het niets verschijnt er nu een man in een geruite spencer. Hardhandig grijpt hij me bij mijn lurven en voordat ik het besef word ik met een flinke vaart richting klapdeuren gebonjourd. Onderweg zie ik toevallig nog zo'n gele banner voorbij vliegen. Goddank openen de deuren automatisch. Maar dan, als ze dichtgaan. Die dingen maken verdorie meer lawaai dan vier biebjuffen bij elkaar! Dat ze daar niet eens wat aan doen zeg. En waarom vinden die tentamens eigenlijk plaats in het hooikoortsseizoen? Slechte, slechte planning! Van omdenken hebben ze hier ook nog nooit gehoord zeker. Zou het niet veel handiger zijn om gewoon banners in de tentamenlokalen te hangen? "Hooikoortsweek: onze excuses voor de tentamens".

Nieuwste artikelen

  • Als ik je morgen weer zie – Robbie Couch

  • De rivalen – Vi Keeland

  • De gebroeders Maxilari - David Pefko

  • Beers balkon - Jeroen Berkhout

  • Italopop - Vanja van der Leeden

Gerelateerde artikelen

  • Adembenemende bibliotheken waar elke boekenwurm moet zijn geweest 

  • De vijf mooiste bibliotheken ter wereld!

  • De leukste ideeën voor een thuisbibliotheek

  • Deze boekenkasten willen we allemaal in onze woonkamer

  • Snelwegstress (of: snel weg, stress)

Zoek in artikelen