Column: Horrorst

Aarzelend nam ik plaats in de zwarte tandartsstoel. Acht soortgelijke stoelen stonden naast elkaar en ik moest in de laatste. De Tandjesfabriek was ik het gaan noemen, de orthodontistenpraktijk waar ik sinds een tijdje min of meer vrijwillig kwam. Vandaag was het B-day: Beugeldag. Anderhalf jaar gingen mijn tanden achter tralies, zo was me verteld tijdens het intakegesprek. Iets met een slijtend ondergebit door een verkeerde beet.

Giecheleritis
Al die praktische informatie, ik had het wel gehoord maar het drong niet tot me door. Ik had ze weggedrukt met horrorvisioenen. Een vrouw van 39 met een beugel, dat zag er toch niet uit?! Dat schreeuwde midlifecrisis, meer nog dan neptieten, een dolfijntatoeage op je schouder of geblondeerd haar met een grijze uitgroei. Dan kon je beter acne hebben, dat gaf je tenminste echt iets jeugdigs. Ik ken vrouwen die op latere leeftijd een beugel kregen en op onverklaarbare wijze gingen ze er allemaal van giechelen. Spontaan, ineens. Alsof dat gratis met de beugel kwam. Sommigen gingen zelfs weer van die blije jurkjes dragen en hun fiets versieren met plastic bloemen. O, de horror.


Vrijgezellenfeest
Voorzichtig had ik het aan wat mensen in mijn omgeving verteld, als een sneak preview van de horrorfilm die ze straks dagelijks moesten aanschouwen. Stuk voor stuk reageerden ze begripvol. Ze zouden heus nog wel van me houden, zelfs als ik per ongeluk een keer 'hihi' zou zeggen of op een dag met een fiets vol plastic bloemen kwam aanrijden. Mijn man vond het zelfs 'best geil'. Nergens nog een bezwaartje om me achter te verschuilen.
Last minute organiseerde ik nog een vrijgezellenfeest voor mijn gebit, een laatste avondmaal waarop het onbeperkt zijn tanden overal in kon zetten. Een orgie van toffees, winegums en koolzuurhoudende drank. Dat ik zelden toffees, winegums of cola nuttig, mocht de pret niet drukken. Vrouwen die anders nooit paaldansten, deden dat immers op hun vrijgezellenfeest ook.

De achtste stoel
Vandaag nam ik dus plaats in de achtste stoel. Alle overige stoelen waren bezet. Pubers, uiteraard. Ik vroeg me af of er aan die fabrieksopstelling een diepere psychologische reden ten grondslag lag. Bijvoorbeeld dat mensen minder snel zouden schreeuwen als ze met zeven anderen in een ruimte lagen.
Maar schreeuwen was gelukkig niet nodig. Althans, niet tijdens het aanbrengen van de beugel. Het was meer daarna, toen de jonge medewerkster de kleine lettertjes begon op te sommen. Het drie keer per dag poetsen, ragen, spoelen. Het verbod op toffees, winegums en cola. Ik knikte. Fine by me. 'En uiteraard is ook chocolade…'
Ze had haar zin nog niet af of ik vloog overeind, stootte daarbij mijn hoofd tegen het lampje en tierde: 'WAT? Geen chocolade?!'

Trillend
Zeven medeslachtoffers en hun bijbehorende behandelaars draaiden hun hoofd mijn kant uit. Ik articuleerde – en ik zeg je: dat is verdomd lastig met een mond vol ijzer en het gevoel dat je lippen elkaar nooit meer zullen raken – 'WAT zei je daar? Geen chocolade?!'
'Rustig, rustig,'
suste een oudere medewerkster in een wit jasje drie stoelen verderop. Ze legde wat spullen opzij en haastte zich naar me toe. 'Rustig maar.' Ze pakte mijn hand 'Je kunt best nog chocolade eten. Maar geen Mars, Snickers…'
Ik begon weer te panikeren: 'Geen Mars, Snickers??'
'Nee.'
Ze begon nu mijn hand te aaien. 'Maar wel gewone chocolade, mits het niet te hard is en je het eerst in kleine brokjes breekt.'


Horrorst
Ik liet dit even op me inwerken. Meestal schrokte ik chocolade met grote repen tegelijk naar binnen. Maar breken, in kleine brokjes, dat kon dus ook.
Voorzichtig keek ik haar aan: 'Côte d'Or. Is dat zacht genoeg?'
Ik zag haar twijfelen.
'Milka dan? Die is iets romiger.'
'Weet je wat?'
Ze gaf me een bemoedigend klopje. 'Ik vraag het even na bij Meneer de Tandjesfabriekdirecteur.'
Dankbaar liet ik me achterover zakken. Tegen mijn behandelmeisje dat al die tijd had gezwegen, fluisterde ik: 'Hoe hard is die lijm ondertussen? Hoe aannemelijk is het dat je het ding er, laten we zeggen binnen nu en een uur nog uitkrijgt?'
Ze gaf geen antwoord.
Opnieuw werd ik overvallen door visioenen. Hoe ik thuis in de schuur op zoek ging naar een beitel en een zaag om me eigenhandig van dat ding te ontdoen. Horror had een overtreffende trap, zo werd me duidelijk.

Duivel
Na een tergende onzekerheid die jaren leek te duren, keerde mijn begripvolle vriendin terug. Ik probeerde haar gezicht te lezen maar kwam tot de conclusie dat het alles kon betekenen tussen 'Ik heb goed nieuws voor je' en 'Ik ben de duivel van Horror en ik kom je een langzame, pijnlijke dood brengen'. In een flits vroeg ik me af of er chocolade was in de hel.
'Mevrouw,'
zei ze toen ze eindelijk voor me stond. Het leek me goed nieuws dat ze haar handen in haar zij zette en de mijne met rust liet. 'Als u de chocolade eerst in stukjes breekt en heel voorzichtig kauwt, kunt u de normale repen in principe eten.'

Yeah!
Stukjes, normaal, in principe. Een jubelgevoel borrelde op. Blij sprong ik uit mijn stoel waarbij ik wederom het lampje raakte. Het leek me iets teveel van het goede om deze vrouw te omhelzen, dus maakte ik een vreugdedansje.
Het slachtoffer in de stoel naast me begon te lachen, de apparatuur nog in zijn mond. Verderop begon iemand te klappen. Steeds meer pubers begonnen te klappen.
'Want een leven zonder chocolade is toch geen leven!' scandeerde ik. 'Yeah!' Ik stompte met een vuist in de lucht. Het geklap zwol aan tot Oscarspeechproporties.
'En de volgende keer trakteer ik op Côte d'Or!' riep ik, waarmee ik nog meer applaus incasseerde.
Naast me klonk opeens een kuchje. Het was mijn vriendin die weer ging zitten en voorzichtig mijn hand pakte. 'Nog even over die Côte d'Or hè…'

Nieuwste artikelen

  • Als ik je morgen weer zie – Robbie Couch

  • De rivalen – Vi Keeland

  • Beers balkon - Jeroen Berkhout

  • Italopop - Vanja van der Leeden

  • Toespijs - Judith Cyrus

Gerelateerde artikelen

  • Tony’s Chocolonely: in iedere schoen past wel een letter

  • Chocstar: life’s too short to eat boring chocolate

  • Snelwegstress (of: snel weg, stress)

  • Zoektocht naar columniste: de shortlist

  • Column: Zag je die piemel?

Zoek in artikelen