Column: Ha Ha-Max!

'Poliepje' verstonden we de eerste paar keer dat we het over de camping hoorden schallen: 'Polieeepje, eeeten!' Ik dacht nog: knap van die ouders dat ze dat al hadden voorzien voordat hij geboren werd, want het kind had inderdaad een hoofd als een poliep. Een lief klein poliepje, dat wel, maar onmiskenbaar een poliep, met twee ogen die allebei een andere kant uit keken. Totdat na een paar dagen bleek dat hij Philippe heette, en dat Poliepje daar gewoon een liefkozende verkleining van was. 
 
Lettergrepen
Poliepje was de jongste van drie. Zijn moeder, flink belemmerd door een spraakgebrek maar niet gehinderd door enige zelfkennis, had haar kinderen vol vertrouwen de meest complexe namen gegeven. Poliepje was bijvoorbeeld het broertje van Hans-Maximiliaan. Nu ben ik echt voorstander van baas in eigen buik en creativiteit moedig ik in andere takken van kunst zeker aan, maar kom op, Hans-Maximiliaan! Ik zou halverwege zijn naam al in slaap gevallen zijn of toch op zijn minst compleet buiten adem als ik het wél tot het einde had gered. En ik telde even: Zes. Zes hele lettergrepen. Ik vergeleek het met de namen van mijn eigen gespuis: één lettergreep elk en dan had ik vaak nog de neiging het af te korten. Het was wel duidelijk wie hier de luie moeder was en wie waarschijnlijk de moeder die voor elke verjaardag van haar koters een zelfinelkaargenaaid linksdraaiend cadeautasje met dubbelgebakken Dalí muffins knutselde – Hint: ik ben het niet. 
 
Lui
Maar Spraakgebrekje ging ervoor. Zij riep ze, de hele camping over, met volle overtuiging. Naast Poliepje en Hans-Maximiliaan was er ook nog zusje Madelief. Dat maakte twaalf. Twaalf lettergrepen in totaal. Hoeveel keer op een dag roep je je kind eigenlijk? Ik als faalmoeder schreeuw er de hele dag op los dus ik kom wel aan een keer of tien per uur. Als ik dagelijks tachtig keer mijn driekoppige kinderschare bij hun volledige onafgekorte twaalflettergrepige totaalnamen zou moeten roepen had ik helemaal geen tijd meer om Dalí muffins te knutselen, of in mijn geval: luieren. 
Mijn eigen twee jongens zijn overduidelijk het product van hun moeder want zij verbasterden hem al snel tot Maxi-mini-man en later tot Ha-Max. Als ze hem begroetten werd dat 'Ha Ha-Max! waardoor het leek alsof ze hem uitlachten, wat ze in feite niet deden maar wij – mijn man en ik – natuurlijk wel. Nou ja, niet het arme jong, maar de hele situatie, je weet wel. 
 
 
Verstikking
Ik luisterde gefascineerd naar de vrouw met het spraakgebrek. Nou ja, wij noemen dat een spraakgebrek hier in Brabant, anderen zouden het een rollende R noemen. Als Brabo ben ik daar enorm door gefascineerd en ja, stiekem oefen ik hem weleens voor de spiegel om te zien hoe zoiets mij zou staan: 'Parrrdon, ik heb een frrraagje.' Nou, slecht nieuws: Als ik ooit in de Randstad ga wonen moet ik óf alle woorden met een R vermijden of ze kunnen me binnen enkele minuten doodsrochelend afvoeren vanwege verstikking door eigen tong. 
Mijn eerdere opmerking over zelfkennis moest ik in elk geval terugnemen, want ze was toch zo slim geweest de R te vermijden bij de namen van alle drie haar kinderen, al klonk ze nog steeds alsof ze gorgelde met een shot Listerine zodra ze begon te roepen. 
 
Voorbeeldig
Hoe dan ook, haar gebroed luisterde voorbeeldig. Murw geslagen door zijn eigen voornaam kwam H-M aanhollen zodra zijn moeder alleen nog maar bij 'Hans-Ma...' was. In godsnaam, zal het joch gedacht hebben, laten we hier snel een einde aan maken. Als een Keniaanse hardloper sprintte hij richting tent. Hij wel. Ik probeerde het bij mijn eigen kinderen, de sneue stakkers met hun eenlettergrepige namen. Dat laatste omzeilde ik trouwens handig door ze zes keer achter elkaar te roepen, als kogels uit een mitrailleur: 'JulesJulesJulesJulesJulesJules! Eeeeten!' Maar JulesJulesJulesJulesJulesJules gaf zoals gewoonlijk geen sjoege. En YvesYvesYvesYvesYvesYves trouwens ook niet.
 
Hakkelen 
Na een dag of wat kwamen onze jongens met de kinderen van Spraakgebrekje bij onze caravan spelen. Toen ik Hans-Maximiliaan op een gegeven moment mijn jongste hoorde aanspreken met 'JulesJulesJulesJulesJulesJules' moest ik lachen. De slimmerik! Maar wat schetste mijn verbazing toen ik even later uit beleefdheid – leedvermaak kuch – aan hem vroeg hoe hij zelf ook alweer heette? 
'Ha... Ha... Hans-Ma... Ma... Maximiliaan' antwoordde hij stotterend. Serieus, hij stotterde! Het arme joch, had hij ook nog net de verkeerde genen geërfd. 
 

Nieuwste artikelen

  • Als ik je morgen weer zie – Robbie Couch

  • De rivalen – Vi Keeland

  • Beers balkon - Jeroen Berkhout

  • Italopop - Vanja van der Leeden

  • Toespijs - Judith Cyrus

Gerelateerde artikelen

  • 10x Populaire kinderboekenseries

  • 20x katten logica

  • 13 dingen waar alleen Abby van NCIS mee weg komt

  • Snelwegstress (of: snel weg, stress)

  • Zoektocht naar columniste: de shortlist

Zoek in artikelen