Vragenvuur met Lisette Jonkman

Lisette Jonkman (1988) heeft in 2011 de Jill Mansell-schrijfwedstrijd gewonnen en sleepte hiermee een auteurscontract in de wacht bij uitgeverij Sijthoff. Haar debuut, Glazuur, is inmiddels verschenen en nu al een daverend succes! Een paar weken geleden stond Glazuur in de schijnwerpers van de Chicklit.nl Leesclub, waarbij fans een week lang hun vragen konden afvuren op Lisette. En dat heeft ze geweten! Lees hier wat de 10 favoriete vragen van Lisette waren en wat zij daarop te zeggen had... 

Anna Loo: Stel dat Glazuur verfilmd zou worden en jij zou een van de rollen mogen spelen; wie zou je dan willen spelen en waarom?
Lisette Jonkman: Ik denk dat ik Sophie zou spelen. Of is het heel arrogant om direct de hoofdrol op te eisen? Als we even doen alsof ik kan acteren (ik kan niet eens fatsoenlijk jokken dat ik geen koekje heb gepikt, maar dat terzijde) dan zou Sophie wel echt mijn rol zijn. Vooral omdat we veel op elkaar lijken. Maar Dikke Jikke lijkt me ook een heerlijke rol, even al je schaamte laten gaan, haha!
 
Wilma Daemen: Heb je een kladblok naast je bed?
Lisette Jonkman: Dat kladblok ligt er wel, maar gek genoeg pak ik altijd mijn mobiel als ik iets wil onthouden. Dan schrijf ik het op een digitale color note of ik spreek het in (wat altijd wel erg naar is, want dat betekent dat ik mijn eigen stem weer terug moet luisteren, brr). Voor boek nummer 2 heb ik al een hele lijst met leuke zinnen en situaties opgeschreven. Veel van die dingen was ik anders echt vergeten, dus superhandig.
 
Janita Meerman: Als je beginnende schrijvers een tip zou mogen geven, wat zou dan je tip zijn?
Lisette Jonkman: Mijn tip zou zijn: doe mee aan de National Novel Writer''s Month! Bewijs jezelf dat je WEL een boek kunt schrijven, want 50.000 woorden binnen een maand mag een klein wonder genoemd worden. De peptalks die je via de mail krijgt toegestuurd zijn heel inspirerend. Ik heb in 2010 meegedaan en het doel ruim gehaald. Toen ik in 2011 meedeed kwam ik ''slechts'' op 39.000 woorden. Het maakt niet uit of je een plot hebt, of je een hekel krijgt aan je hoofdpersoon, of je vast komt te zitten... Gewoon doorschrijven. De minor Verhalen aan Windesheim heeft mij ook enorm geholpen. Een van de boeken die ik voor die minor gelezen heb is De Verborgen Schrijver van Ger Beukenkamp. Interessante kost!
 
Annabel Blootshoofd: Met wie van de personages zou je wel eens uit eten willen en waarom?
Lisette Jonkman: Ik denk met Tigran. Hij is een van mijn favorieten. Hij is veel meer dan hij op het eerste gezicht lijkt; een typisch geval van ''stille wateren hebben diepe gronden''. Bovendien is hij een superlieve vriend voor Sophie; je mag je gelukkig prijzen als je zo''n loyale vriend hebt. Of misschien prik ik wel een vorkje met Dikke Jikke (al geloof ik dat ik dan niet zoveel door mijn keel krijg, vanwege gebrek aan eetlust).
 
Debbie Hoogervorst: Geloof je in liefde op het eerste gezicht en heb je je eigen grote liefde al gevonden?
Lisette Jonkman: Jazeker geloof ik in liefde op het eerste gezicht. Ik ben een keer verliefd geworden op een jongen in de bus richting skivakantie. We hadden geen woord gewisseld, maar de puberhormonen vlogen in het rond! Oké, ik zal even een iets volwassener voorbeeld nemen, want toen we wél aan het praten sloegen, was het vrij snel over, haha.
Op je tweede vraag is het antwoord ook ja. Ik heb mijn vriend Laurens op de middelbare school leren kennen. Het heeft een wat lange aanlooptijd gekost (we kregen pas iets toen we allebei studeerden) (omdat hij mijn hints niet snapte), maar soms heb je gewoon zo''n gevoel dat het iets MOET worden. Inmiddels zijn we al 5,5 jaar samen. En we hebben een konijn, dus mochten we ooit uit elkaar gaan dan wordt het gedeeld ouderschap. Gelukkig zit het helemaal snor, dus dit wordt ook zo''n happy chicklit-ending!
 
Sylvia: Over glazuur gesproken.. Heb je een hekel aan de tandarts? Ze zouden in die wachtkamers eens chicklit neer moeten leggen, dan vliegt de tijd! Alleen krijg je dan helaas maar zo kort om een boek te lezen, dat dan weer wel.. Of misschien een soort flyers met een hoofdstuk? Om alvast te proeven…  Maar goed, tandarts of tandangst?
Lisette Jonkman: Hahaha, inderdaad! Ik vind dat dit eens ergens op hoog niveau voorgesteld moet worden, dan wil iedereen ineens heel graag naar de tandarts.Zelf ben ik niet bang voor de tandarts. Ook vroeger niet, toen ik een ontzettend rotgebit had - ik WOONDE zo''n beetje in die stoel. Waar ik wel bang voor ben zijn naalden, dus sinds mijn laatste (pijnlijke) wortelkanaalbehandeling, poets ik mijn tanden ''s ochtends en ''s avonds en in de vakanties soms ook na de lunch. Een opmerkelijke bijkomstigheid: mijn huidige tandarts is de oom van mijn vriend. Echt heel leuk! Gelukkig is hij niet zo''n tandarts die dan op verjaardagen nog eens tegen je zegt dat je beter moet flossen.Nu ik het er zo over heb, realiseer ik me ineens dat ik al zo''n twee jaar niet in de tandartsstoel heb gelegen. Eh, oeps...
 
Winnie: Heeft iemand uit je omgeving je geïnspireerd om te blijven schrijven? Zo ja, wie en waarom?
Lisette Jonkman: Jazeker! De eerste die echt vertrouwen in mijn schrijftalent had, was mijn leraar in groep 7, meneer Pullens. Hij las mijn verhaal en verdacht me ervan dat ik het had overgeschreven uit een boek. Hij heeft het heel grondig gecheckt voordat hij het op de ouderavond naar voren bracht en tegen mijn moeder zei dat ik ooit een groot schrijfster zou worden. Omdat ik geen broers of zusjes had toen ik opgroeide, las ik heel veel. O, en toen ik nog niet kon lezen, luisterde ik naar die luisterboeken van Lekturama. Ik kon ze uit mijn hoofd opzeggen. Daarna begon ik verhaaltjes te schrijven. Mijn ouders en grootouders hebben me natuurlijk altijd gesteund, maar goed, iedere ouder vindt zijn kind geweldig, slim en mooi. Hun lof-uitingen nam ik dus altijd met een korreltje zout. Later heb ik tijdens de minor Verhalen op Windesheim erg veel geleerd van Gertjan Aalders en Joep Luycx; geweldige docenten. Bij hen in de les zitten was net alsof je naar de kroeg ging. Niemand was ooit ziek! Daar heb ik geleerd om mezelf in een lijstje te beschrijven en om mijn sociale ongemakkelijkheid voor me te laten werken. O, en om door te schrijven, ook als ik niets wist. Gertjan zei altijd (denk er even een belerend vingertje bij): ''Je moet niet op inspiratie wachten om te gaan schrijven. Je moet net zo lang schrijven tot je inspiratie hebt.''
 
Joany: Wat vind je het moeilijkste en het leukste aan schrijven?
Lisette Jonkman: Het moeilijkste aan schrijven vind ik het opbrengen van discipline. Natuurlijk is het mijn hobby, maar als het buiten dertig graden is en ik platgebeld word door vriendinnen die leuke dingen willen gaan doen, is het lastig om mijn poot stijf te houden en te zeggen: ''Nee, ik sluit mezelf vandaag op in mijn huis en het enige licht dat ik vandaag op mijn gezicht krijg, komt van een computerscherm.'' Maar alle andere aspecten van schrijven zijn juist heel leuk, dus die maken gelukkig een hoop goed. Het allerleukste vind ik het moment waarop ik het verhaal uit handen geef. Daarmee bedoel ik dat ik zo snel typ, in een soort trance - dit klinkt heel eng, dat is het niet, dat beloof ik - dat ik mezelf soms verras door de dingen die ik opschrijf. Dat zijn de allerleukste momenten, omdat ik dan zelf net zomin weet wat er gaat gebeuren als iedereen om mij heen.
 
Tanja: Wat wilde je worden toen je nog een klein meisje was?
Lisette Jonkman: Toen ik zes jaar was, wilde ik paardrijd-juf worden. Dat vond ik de stoerste mensen op aarde. Daarna heb ik heel even mijn zinnen op dolfijnentrainster gezet, maar mijn beste vriendin wilde dat al worden, dus moest ik van haar zelf iets verzinnen. Boekenwurm als ik was (en ben) besloot ik dat ik net zulke gave boeken wilde schrijven als Paul van Loon en R.L. Stine. Nu zit ik in een iets ander genre, maar ik durf met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te zeggen dat ik wel ben geworden wat ik als klein meisje al wilde worden!
 
Lien: Je bent net jarig geweest. Wat stond er op je wishlist?
Lisette Jonkman: Mijn cadeautje lag al een tijdje op de kast, waar ik er niet bij kan (mijn vriend is 2.05 meter, dus die heeft er geen problemen mee. Met z''n apenarmen). Maar iedere dag als ik mijn kleding uit ging kiezen zag ik dus dat strikje boven de kast uitpiepen! Zo frustrerend.
Zoals altijd had ik boeken op mijn verlanglijstje. En ik ben helemaal gek van geurtjes - momenteel heb ik er vijf op mijn wishlist, dat is ECHT te veel. Ook make-up en sieraden vind ik altijd leuk om te krijgen. Meestal weten mijn vrienden beter wat ik wil hebben dan ikzelf. Vorig jaar heb ik bijvoorbeeld een pizzasnijder van mijn beste vriendin gekregen, SUPERHANDIG ding. En mijn vriend heeft me een keer vlak voor kerst meegenomen naar een man die een nest jonge konijntjes had. ''Zoek er maar eentje uit,'' zei hij. Beste cadeau ever! Hij heeft me ook een keer in-ear-oordopjes gegeven, die echt heel goed geluid hadden. Helaas heeft zijn vorige cadeau (het konijn) ze opgegeten. Maar goed, mijn wishlist. Ik denk dat ik voornamelijk hoop op een gezellige dag met mooi weer en gezellige vrienden. O, en ik hoop dat de buren het niet zo erg vinden als we de muziek tot drie uur ''s nachts hard hebben. Ahum.

Nieuwste artikelen

  • Slag of stoot - Meghan Quinn

  • De vergeten vrouwen- Kristin Hannah

  • Een dag om nooit te vergeten – Jill Mansell

  • Vliegen als een bij - Roland Schimmelpfennig

  • De Italiaanse droom - Jo Thomas

Gerelateerde artikelen

  • Bekende auteurs die begonnen bij Chicklit.nl!

  • 10 jaar Chicklit.nl: dat is FEEST!

  • Chicklit top-5: juni

  • Gratis e-teaser van Lisette Jonkman: Pizzageur & Maneschijn

  • Lisette Jonkman trakteert op GRATIS eBook van Festivalkriebels

Zoek in artikelen